De meeste van de Duitse families die in Antwerpen
aanwezig waren, speelden een voorname rol in de handel (m.n. met
Zuid-Amerika: huiden, vleesproducten (Liebig) , maar ook met Congo (Bunge
SA)). Antwerpen was immers de ideale haven voor ondernemende
Duitsers. Een eerst golf kwam al in de Napoleontische tijd (rond
1800), toen de haven open ging. De
familie Kreglinger is hiervan het bekendste voorbeeld. Zij waren
geen vluchtelingen, eerder ondernemers met zin voor avontuur. Hoewel
na de scheiding van Nederland/Belgie in 1830 de situatie
verslechterde (maar echt afgesloten werd de Schelde niet, daar had
niemand belang bij, ook den Ollander niet), kon Antwerpen de vaart
der volkeren bijhouden. De opening van de ijzeren Rijn (1843 -
directe verbinding met Keulen en het Ruhrgebied) en de definitieve
afkoop van de Scheldetol (1863) gaven impulsen. Een niet te
onderschatten moment was ook de Frans-Duitse
oorlog (rond 1870). Veel Duitse ondernemers uit Le Havre, besloten
zich toen te vestigen in Antwerpen. Hun ondernemersgeest deed hen
ook investeren in andere zaken, zodat we dezelfde namen ook terug
vinden in de eerste telefoonmaatschappij (later Bell-telephone: men
zegt dat de eerste transatlantische telefoonverbinding ook plaats
vond tussen de kantoren Osterrieth en Grisar), in de overzet naar
Amerika (Von der Becke, Red Star Line), en natuurlijk in het
bankwezen (Fuhrman,
Von Bary). Naast eigen weeshuizen, armenzorg hebben ze ook al
spoedig twee scholen (de bekendste: Quellinstraat) en een
zeemanshuis. Von Bary
(bijgenaamd "de duitse burgemeester van Antwerpen") had niet alleen
een eigen krant, maar sponsorde ook ‘het Laatste Nieuws’. Ook op
andere terreinen – buiten de eigen kring – zijn ze actief, m.n. ook
omdat ze bewijzen willen dat ze naast Duitse handelaars (vooral
liberaal: vrij-handel) ook ‘goede Belgen’ zijn. De lijst van
culturele en filantropische instellingen waarin zij actief
participeerden is schier eindeloos.
[zie hiervoor: G. Pelckmans, "De Duitse kolonie van
Antwerpen", waaraan ook de volgende observaties zijn ontleend:]
Enkele kenmerken van de invloed van Duitse burgers in Antwerpen
Enkele concrete voorbeelden van de rol die de Duitse kolonie in Antwerpen
speelde. In het menu links zitten links naar meer geillustreerde of
gepersonalisserde voorbeelden van wat hier in het algemeen wordt beschreven:
- Bij elke belangrijke gebeurtenis
op het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw waren er wel enkele
Duitse vooraanstaande figuren uit het Antwerpse betrokken. Enkele
voorbeelden:
- In 1909 vond er in Antwerpen een week lang een
vliegmeeting plaats. Antwerpen moest de sportmetropool van het land
worden en de vliegshow diende als promotiestunt. Albert Grisar was lid
van het organizerende komitee en ook Charles Corty, Albert de Bary,
Robert Osterrieth, Mathias von Bernuth en Alfred Havenith zegden hun
steun toe.
- Op het einde van de jaren 1880 vertrok Ernest Grisar naar
Egypte om daar Stanley te ontmoeten en hem uit te nodigen naar
Antwerpen. De stad Antwerpen, de Kamer van Koophandel en de Societe
Royale de Geographie d'Anvers, waarvan Ernest Grisar lid was, ontvingen
Stanley in 1890 met een soort privé-feest, dat volledig gefinancierd
werd door partikulieren. Albert de Bary organizeerde 's middags een
wandeling langs de Schelde en het middageten zou normaal geserveerd
geworden zijn aan dek van een van de stoomboten mocht de regen niet als
spelbreker zijn tussengekomen. Aan de eretafel zaten o.a. mevrouw de
Bary en mevrouw Leonie Osterrieth aan, oude bekenden van de
ontdekkingsreiziger.
- Bij het bal van het Rode Kruis in 1905 werden prins Albert
en prinses Elisabeth verwelkomd door de voorzitster, mevrouw Osterrieth,
het echtpaar de Bary en mevrouw Ernest Grisar.De dochter van mevrouw
Osterrieth bood de prinses een ruiker bloemen aan.
- Datzelfde jaar bood Leonie Osterrieth een schitterend
feest aan in haar huis aan de Meir ter gelegenheid van de 75-jarige
onafhankelijkheid van Belgie.
- De wereldtentoonstelling in Antwerpen van 1885 werd mee
mogelijk gemaakt door Jules Havenith, Victor Lynen en de Duitse
handelaar Koch.
- Albert de Bary organizeerde tweemaal een ontvangst van
Duitse burgemeesters en voorzitters van de Kamers van Koophandel aan
Antwerpen. Dankzij deze initiatieven werd Antwerpen boven andere havens
verkozen als tussenhalte op de intemationale scheepslijnen.
- Bij het eerste bezoek in 1897 werden de Duitse gasten
eerst ontvangen op het stadhuis waar burgemeester van Rijswijck hen
verwelkomde. De Duitse kolonie had in de straten van Antwerpen
Duitse en Belgische vlaggen uitgehangen. Naast Albert de Bary
maakten Daniel Fuhrmann, Wilhelm von Malinckrodt, Richard Bocking,
Alfred Schuchard en Julius Rautenstrauch deel uit van het
ontvangstkomitee.
- Tien jaar later organiseerde Albert de Bary een tweede
bezoek. De Duitse gasten bezochten de nieuwe havenfaciliteiten en de
Antwerpsebeurs, waar ze werden ontvangen door Charles Corty, de
voorzitter van de Kamer van Koophandel. Later werden ze verwelkomd
op het stadhuis. Albert de Bary zorgde weer voor een groots banket,
deze keer in de grote zaal van de Societe Royale d'Harmonie.
- De grote invloed van sommige
Duitse families kon men aflezen van de straatnaamborden:
- In 1875 werd de Albert Grisarstraat geopend op de
gronden van de familie. Albert Grisar was de bekende komponist en zoon
van Marten Grisar, die zich in het begin van de 19e eeuw in Antwerpen
gevestigd had.
- In 1903 werd op de gronden van Von/de Bary de Albert von
Barystraat geopend. Na het beëeindigen van de eerste wereldoorlog
werd deze Duitsklinkende naam meteen vervangen door de Jan Blockxstraat.
Jan Blockx was de opvolger van Peter Benoit als directeur van het
Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen.
- Systematisch veranderde men toen de straatnamen die naar de
overwonnen partij refereerden. Zo werden de Oostenrijksestraat, de
Keulsestraat, de Saksenstraat, de Coburgstraat, de Hamburgkaai en de
Bremenkaai (rond het 'Oosters huis': op de Hanzestedenplaats, nu het MAS
) in 1919 alle herdoopt.
- De Helenalei, op gronden van de familie Nottebohm,
was genoemd naar mevrouw Helene Grisar-Flemming, de stichtster van de
kinderkribbe Marie-Henriette.
- In 1910 werd de Lemméstraat ingehuldigd, genaamd
naar de groothandelaarsfamilie uit Frankfurt-am-Main.
- Maar het veruit meest overtuigende bewijs dat Duitse inwijkelingen
gaandeweg een enorme invloed en een groot aanzien hebben uitgeoefend, vinden
we terug in een lijst met de meest
vooraanstaande
Antwerpse burgers uit 1913. Vande 24 voorname personen waren er 11
Duitse ingezetenen. De verklarende toevoegingen stammen ook uit de lijst:
- Albert de Bary, de "chef" van de Duitse kolonie: hij werd
geprezen om zijn liefdadigheid en schitterende feesten.
- Richard Böcking, zaakvoerder van de firma "Königs, Günther
& Co": hij bezat een groot fortuin en een prachtige woning.
- Edouard Bunge, handelaar en weldoener. Hij was op dat
moment de rijkste Antwerpenaar.
- Charles Corty werd als voorzitter van de Kamer van
Koophandel in dit selecte groepje opgenomen.
- Ernest Eiffe bezat een groot kapitaal en was een verwoed
kunstminnaar die talrijke kunstwerken in zijn sjieke residentie had
ondergebracht.
- Max Grisar, telg van de reeds vaker genoemde familie,
stond bekend om zijn interesse voor de kunst.
- Alfred Havenith, eveneens een groot kunstliethebber, was
als direkteur van de Banque d'Anvers een gefortuneerd man.
- Mevrouw Leonie Osterrieth werd geprezen om haar liefdadige
werken. Uiteraard kende iedereen haar schitterende woonst aan de Meir.
- Henri Rieth zat er warmpjes in en stond bekend als een
goede ruiter.
- Frederic Speth werd getypeerd als maecenas,
kunstliefhebber en weldoener.
- De bankier Wilhelm von Mallinckrodt (Hansahuis, Suikerrui)
eigenaar van een bijzonder buitenverblijf in Kapellen.
Al deze Duitse ingezetenen bezaten een aanzienlijk fortuin, waardoor ze
een rol konden spelen in de mondaine wereld. Ze lieten zich tevens opvaIlen
door hun liefdadigheid en kunstminnende houding. De lijst met
vooraanstaande burgers werd vervolledigd door Henri Beliard, baron de
Borrekens, baron Pierre de Caters, baron Fredegand Cogels, Maurice Gevers,
Alexis Mols, baronnes Osy de Zegwaart, graaf de Pret Roose de Calesberg en
Edouard Thys. De meesten onder hen onderhielden nauwe kontakten met de
Duitse burgersfamilies.
- Tenslotte zij gewezen op het feit dat verscheidene Duitse Antwerpenaars
diplomatieke functies bekleedden in
Antwerpen.
- Albert de Bary ad lange tijd in Argentinie een
handelsopleiding gevolgd en had er grote belangen in zijn zakenimperium.
Het was dan ook niet verwonderlijk dat hij in Antwerpen aangesteld werd
tot konsul-generaal van Argentinie. Tevens was hij consul-generaal van
ItaIie. Wegens zijn voortreffelijke ontvangst van een Italiaans
marineschip verkreeg hij het Grootkruis van de ltaliaanse Kroonorde.
Deze invloedrijke zakenman werd eveneens tot officier in de Leopoldsorde
en de Kroonorde benoemd.
- Alfred Osterrieth was in het begin van de 20e eeuw konsul
van Paraguay.
- Paul Osterrieth deed toen dienst als vice-consul van
Portugal.
- Christian Scheidt was vice-konsul van Roemenie.
- Henri Rieth, de man die als eerste petroleum uit Rusland
invoerde, werd benoemd tot ere-consul van dat land.
- Louis Steinmann was consul van Zwitserland.
- Albert de Bary Jr. was vice-consul van Italie en van
Roemenie.
- Victor Lynen was in de jaren 1880 consul van Chili, waar
hij grote zakelijke belangen had.
- Ernest Grisar is ook enige tijd consul van Paraguay
geweest.
- Enkele genaturaliseerde Duitse immigranten speelden een rol in het
Antwerpse politieke leven, en in
latere generaties ook daarbuiten:
- Félix Grisar en Théodore Kreglinger waren in 1860 voor een
korte periode gemeenteraadslid van Antwerpen.
- In 1872 maakte Hermann Kreglinger deel uit van de
gemeenteraad.
- Van 1879 tot 1881 zetelden J.B. von der Becke en Victor
Lynen in de raad.
- Albert Grisar werd gemeenteraadslid in 1884.
- A. von der Becke vervulde dezelfde funktie van 1891 tot
1899.
- De familie Kronacher (later Kronacker)
leverde een minister: baron Paul Kronacker
- De familie Buchmann leverde een
minister, tevens burgemeester van Kapellen: Jacky Buchmann, waar
trouwens tijdens de oorlog Charles Speth (zoon van Fr. Speth (American
Standard Oil (S.O. = Esso)) burgemeester was.
[Slotbeschouwing, 90% ontleend aan voormelde studie van G. Pelckmans]
De economische rol die de Duitse handelshuizen
en ondememingen in de 19e en bij het begin van de 20e eeuw in Antwerpen
speelden, is indrukwekkend. We mogen gerust stellen dat de steile opgang van de
havenactiviteiten voor een groot deel aan de Duitse firma's te danken was. Het
is zeker niet overdreven om te zeggen dat ze de handel in koloniale produkten
uit Zuid-Amerika, Australie en later Afrika domineerden. Deze gebieden boden
immense handelsmogelijkheden en de overwegend Duitse handelslui - zoals gezegd:
ondernemers met avontuurlijke trekken - lieten deze kans niet onbenut. De
buitenlandse kooplui waren op dit punt duidelijk ondernemender dan de
plaatselijke Antwerpse zaakvoerders. De Duitsers die hier handel kwamen drijven
waren over het algemeen goed opgeleid en stonden bekend om hun ondernemingszin
en hun handelstalent. Koning Leopold II associeerde zlch dan ook al snel met
verschillende van deze Duitse handelaars om zijn kroondomein in Afrika ten volle
te kunnen exploiteren (uitbaten/uitbuiten).
De Duitse ondernemers leefden als het waren in een
symbiose met de Antwerpse haven:
langs de ene kant hadden ze een groot aandeel in de opbloei van de handel en de
groei van de haven, langs de andere kant dankten vele Duitse families hun
welvarende positie precies aan de gunstige handelsvoorwaarden die de haven van
Antwerpen hen bood. Door het groeiende handelsverkeer op de Schelde oefende
Antwerpen een steeds grotere aantrekkingskracht uit. De speciale band met het
Duitse Hinterland zorgde voor een grote toeloop van Duitse immigranten
die hier werk kwamen zoeken bij de Duitse handelshuizen. Naar het einde van de
19e eeuw toe sloten deze Duitse inwoners zich steeds nauwer aaneen, zodat ze
zich als een aparte groep binnen de Antwerpse samenleving gingen profileren. Het
is ook pas in die periode dat men is gaan spreken van Duitse kolonie in
Antwerpen. Dit kwam vooral door de sterke structuur en interne organisatie
van deze Duitse gemeenschap.
De Duitse inwoners van Antwerpen hadden
eigen winkels, eigen verenigingen;
hun kinderen konden schoollopen in Duitse scholen, ze hadden hun eigen
(Protestantse) kerken. De Duitse kolonie vormde zo als het ware een stad in de
stad, een geheel van volksgenoten dat bijna volledig self-supporting was. De
Duitse aanwezigheid moet dan ook een fundamenteel gegeven geweest zijn in de
toenmalige Antwerpse samenleving. Niet iedereen was daar gelukkig mee, maar over
het algemeen werden deze buitenlanders goed aanvaard door de plaatselijke
bevolking. De Duitse kolonie, en vooral de sucsesvolle Duitse handelaars,
oefenden immers een gunstige invloed uit op het economische, sociale en
culturele leven van de stad.
Want hoewel de Duitse immigranten als geheel een vrij afgeschermde groep
vormden, toch namen juist de vooraanstaande Duitse families tegelijk volop
deel aan het Antwerpse
maatschappelijk leven. Meer nog, dankzij de winsten uit hun
handelsaktiviteiten en de culturele bagage uit hun vaderland gingen ze op vele
vlakken een leidinggevende rol spelen. Sommige Duitse handelsfamilies verwierven
al snel aanzien en gingen om met de Franssprekende elite die voor het grootste
deel ook uit handelaars, zakenlui en aristocratische families bestond. Het is
opvallend hoeveel Duitsers in korte tijd opgeklommen waren tot de hoogste
sociale klasse.
Het resultaat: Rond de eeuwwisseling oefenden de
Duitse ingezetenen van de stad een niet te onderschatten invloed uit op en in
het burgerlijke milieu. Ze namen een grote verantwoordelijkheid op zich ten
behoeve van de minderhedeelde stadsbevolking, die zich kon verheugen op talrijke
genereuze schenkingen van Duitse weldoeners. De erkentelijkheid van de Antwerpse
stedelingen mocht blijken uit liefdadige instellingen en straten die naar Duitse
schenkers werden genoemd. het waren ook enkele Duitse families die aan de basis
van kunstzinnige verenigingen, waarvan sommigen met name dankzij hun inzet en
financiele ondersteuning een grote bloei kenden.
De wereld van de kunsten was voomamelijk
een aangelegenheid van de burgerij, waarbij de Duitse burgers in contact kwamen
met de intellectuele en artistieke élite van Antwerpen. De Duitse
kunstliethebbers wierpen zich op als beschermende kunstvrienden die zich
inzetten voor de verspreiding en bevordering van de kunsten. Verscheidene Duitse
notabelen legden indrukwekkende kunstverzamelingen aan in hun statige
herenhuizen. Het welstellende deel van de Duitse immigranten heeft zo
ontegensprekelijk een belangrijke invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van het
Antwerpse culturele leven.
Op sociaal vlak waren de Duitse vooraanstaande
families ruim vertegenwoordigd in de burgerlijke verenigingen, de zogenaamde
"clubs". In deze trefpunten voor de hogere Antwerpse klassen vervulden Duitse
ingezetenen eenzelfde rol als in de kulturele organisaties. Verscheidene
clubs dankten hun bestaan aan de inzet van Duitse prominente figuren, terwijl in
de belangrijkste verenigingen de Duitse invloed duidelijk merkbaar was. De
Duitse élite leidde een actief bestaan in de Antwerpse beau-monde van rond de
eeuwwende. Haar woonhuizen, buitenverblijven, auto's en jachten, het waren
allemaal aanwijzingen van hun voomame positie. Dankzij hun rijkdom speelden ze
een baanbrekende en stimulerende rol spelen in het Antwerpse sociaal-kulturele
leven. De plaatselijke bevolking kon hier later van profiteren, want zelf had ze
niet dezelfde mogelijkheden als haar Duitse stadsgenoten. Antwerpse inwoners die
een sociaal of cultureel initiatief wilden opbouwen waren lange tijd aangewezen
op de ondersteuning en de goedkeuring van de rijke burgerij, en dus in grote
mate op de Duitse handelaars.
Naarmate de eeuw vorderde en de tweede en derde generatie Duitsers het roer
overnamen ging de
Duitse kolonie vanzelf op in de Antwerpse bevolking, zonder dat ze haar
wortels verloochende. Sommigen lieten zich (sinds de jaren 1880) nationaliseren.
Deze nieuwe Belgen bleven dus tegelijk een actieve rol spelen binnen de Duitse
kolonie, zodat we in veel gevallen van een dubbel nationaliteitsgevoel kunnen
spreken. Overigens was de Duitse nationaliteit in de 19e eeuw nog niet zo
precies gedefinieerd. Zij kwam vooral tot uiting in de binding met de Duitse
cultuur (Bildung) en in de hoogst symbolische vieringen rondom de Duitse
keizer en zijn familie. Deze ging overigens perfect samen - zelfs gelijk op -
met even spectaculaire activiteiten rond het Belgische vorstenhuis. Ook in de
kunst zien we Goethe naast Peter Benoit. En is het Duitse karakter niet strijdig
met een zekere francofilie. (Het omgekeerde kan niet gezegd worden: De Franse
pers wantrouwde de Duitse aanwezigheid in Antwerpen en heeft verschillende malen
gewaarschuwd voor de Duitse 'Drang nach Westen').
De Duitse invloed was eigenlijk op haar hoogtepunt toen de eerste
Wereldoorlog uitbrak. Zij werd hierdoor in één klap
tenietgedaan. In plaats van een dubbele loyaliteit moesten de Duitse inwoners
van Antwerpen opeens kiezen wat ze waren: Duitser of Belg, voor velen een
onmogelijke keuze.
|